Sleepklipper Magdalena
Contact
De Magdalena is rond 1887 in België gebouwd als sleepklipper op een werf in Boom aan de Schelde. De leeftijd en de werf zijn niet helemaal bekend, omdat de oude meetbrieven er niet meer zijn. Wel zijn uit dezelfde periode bouwtekeningen en schaalmodellen van dit type schip in Scheepvaartmuseum Baesrode in België. De afmetingen komen daarmee overeen en zijn 22.76x4.92.
Typisch uit die jaren is ook dat het schip niet van staal is, maar van ijzer. Staal was nog niet uitgevonden toen de Magdalena werd gebouwd en grote delen van het schip zijn ook nu, na ruim 130 jaar, nog steeds van ijzer. Dit betekent wel dat je er voorzichtiger mee moet varen, omdat ijzer zachter is dan staal en je makkelijk een gat in de romp kunt krijgen.
De meeste Neder…
De Magdalena is rond 1887 in België gebouwd als sleepklipper op een werf in Boom aan de Schelde. De leeftijd en de werf zijn niet helemaal bekend, omdat de oude meetbrieven er niet meer zijn. Wel zijn uit dezelfde periode bouwtekeningen en schaalmodellen van dit type schip in Scheepvaartmuseum Baesrode in België. De afmetingen komen daarmee overeen en zijn 22.76x4.92.
Typisch uit die jaren is ook dat het schip niet van staal is, maar van ijzer. Staal was nog niet uitgevonden toen de Magdalena werd gebouwd en grote delen van het schip zijn ook nu, na ruim 130 jaar, nog steeds van ijzer. Dit betekent wel dat je er voorzichtiger mee moet varen, omdat ijzer zachter is dan staal en je makkelijk een gat in de romp kunt krijgen.
De meeste Nederlandse zeilklippers hadden een zware en lange zeilmast en zijn als schip vooral herkenbaar aan de wat hogere scherpe kop. De Magdalena had toen ze werd gebouwd alleen een kleine mast, de jaagmast, op het middendekje staan. Ze werd getrokken over de jaagpaden door vrouw, kinderen, paard, ezel of treintje. Of ze maakte gebruik van eb en vloed om zich over de rivier te laten ‘spoelen’. Die mast was aanmerkelijk kleiner dan de logge masten die nodig zijn om te zeilen. Een jaagmast hoeft immers alleen maar de trekkracht van een lijn naar de wal aan te kunnen.
Ook de bolle houten luikenkap is bijzonder. Hollandse schepen hadden veelal een spitse kap, terwijl de meeste Belgische schepen een bolle luikenkap hadden. Om die boog er in te krijgen, zijn er speciale technieken van stomen en opspannen nodig. De Belgische werven hadden vroeger dan ook meestal een aparte houtbewerkingplaats waarin onder andere de bogen werden gemaakt.
Begin 1900, nog voor de Eerste Wereldoorlog, is de Magdalena gemotoriseerd en op dat moment is er ook het huidige stuurhutje opgezet. Ze ging in Nederland meewerken aan de drooglegging van de Zuiderzee. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een motor (GM 132 pk) uit een Amerikaanse tank in die was achtergebleven. Vanwege het gebrek aan materiaal in die tijd werden veel schepen op die manier weer in de vaart gebracht.
Deze oude dame heeft vele eigenaren gehad die haar allemaal naar eigen inzicht hebben aangepast aan de eisen van de tijd. Maar het grote roer aan de achterkant, de lage klipperkop en het kleine mastdekje laten nog steeds duidelijk zien dat de Magdalena gebouwd is als een sleepschip. Begin jaren ’70 is Magdalena uit de vaart genomen en omgebouwd tot woonschip.